Wat als het zelf een collectieve illusie is?

Wie ben ik? Dat lijkt misschien een persoonlijke vraag, iets wat we ieder voor onszelf moeten beantwoorden. Maar wat als het zelf—dat gevoel van een stabiele, unieke identiteit—niet persoonlijk is, maar cultureel gevormd? Wat als het zelf een collectieve illusie is die we elkaar aanleren en bevestigen, zonder dat we het doorhebben?

In veel westerse filosofieën en psychologische modellen wordt het ‘zelf’ gezien als een soort innerlijke kern: authentiek, autonoom en door introspectie te ontdekken. Maar in andere tradities—zoals het boeddhisme of bepaalde vormen van Afrikaanse filosofie—bestaat het idee van een vast zelf helemaal niet. Daar wordt het zelf eerder gezien als een proces, een netwerk van relaties, een tijdelijke constructie in voortdurende wisselwerking met de omgeving.

Neurowetenschap voegt daar nog iets aan toe: er is geen specifieke plek in het brein waar het ‘ik’ zetelt. Wat we als het zelf ervaren, blijkt eerder een emergent fenomeen te zijn—een soort verhaal dat het brein vertelt om orde te scheppen in de chaos van indrukken, emoties en herinneringen. Maar als dat verhaal zo afhankelijk is van culturele scripts, sociale contexten en taal, hoe ‘echt’ is het dan?

Misschien zijn wij niet wie we denken dat we zijn. Misschien is ons gevoel van identiteit slechts een spiegel die weerkaatst wat anderen van ons verwachten. Is ‘jezelf zijn’ dan niet gewoon voldoen aan een ideaalbeeld dat door de samenleving, media en opvoeding is gevormd?

De vraag of het zelf een collectieve illusie is, nodigt uit tot radicale introspectie. Wat blijft er over als je alles wat je geleerd hebt over ‘wie je bent’ even loslaat? En hoe anders zou je leven eruit zien als je het idee van een vaststaand zelf durfde te doorbreken?

Wat denk jij?
Ben jij degene die jij denkt te zijn, of slechts het verhaal dat je jezelf en anderen blijft vertellen?