Wat als alle waarheid relatief is?

Stel je voor: alles wat je denkt te weten is waar… maar alleen voor jou. Wat als waarheid geen vaststaand gegeven is, maar een voortdurend verschuivend perspectief? De vraag ‘Wat als alle waarheid relatief is?’ raakt aan de fundamenten van hoe we denken, communiceren en samenleven. Het roept niet alleen verwondering op, maar daagt ook onze diepste overtuigingen uit.

Deze gedachte is niet nieuw. Filosofen als Protagoras beweerden al dat ‘de mens de maat van alle dingen is’ – een klassiek relativistisch standpunt. In de twintigste eeuw vond dit idee weerklank bij postmoderne denkers die stelden dat waarheid altijd gevormd wordt door context, cultuur en taal. Wetenschap, moraal, geschiedenis – niets is volledig objectief te vangen, alles is ingebed in menselijke interpretatie.

Maar als alle waarheid relatief is, wat blijft er dan over van de gedeelde werkelijkheid? Kunnen we nog spreken van de waarheid, of enkel van mijn en jouw waarheid? En wat betekent dat voor rechtvaardigheid, journalistiek of wetenschap? Is consensus slechts een tijdelijk compromis tussen individuele werkelijkheden?

Tegelijkertijd opent deze gedachte ook ruimte: misschien ligt wijsheid juist in het erkennen dat onze kijk beperkt is. Dat ‘waar’ nooit absoluut is, maar altijd een facet van een groter prisma. In die zin kan relativiteit ons niet alleen bescheiden maken, maar ook nieuwsgierig. Wat zie jij wat ik niet zie? Wat betekent iets voor jou, dat het voor mij nooit kan betekenen?

Toch schuilt er ook een risico. Als alles relatief is, wat weerhoudt ons dan van totale verwarring of moreel nihilisme? Is er dan nog een basis voor dialoog, of slechts een kakofonie van persoonlijke waarheden?

Deze vraag is niet bedoeld om een antwoord te vinden. Ze is een uitnodiging tot verwondering. Tot luisteren. Tot het onderzoeken van de waarheid zoals jij die kent – en zoals een ander die ervaart.

Wat als alle waarheid relatief is? Wat denk jij?