Multitasken lijkt efficiënt, maar je brein denkt daar anders over. Neurowetenschappelijk onderzoek toont aan dat het menselijk brein niet is ontworpen om meerdere complexe taken tegelijk uit te voeren. Wat we ‘multitasken’ noemen, is meestal snel schakelen tussen taken – en dat kost meer energie én tijd dan je denkt.
Wanneer je probeert te multitasken, activeer je vooral de prefrontale cortex: het deel van je brein dat verantwoordelijk is voor concentratie, besluitvorming en planning. Dit gebied kan echter maar één complexe taak tegelijk goed uitvoeren. Zodra je schakelt tussen taken, moet het brein telkens opnieuw ‘opstarten’ in een andere context. Dit fenomeen heet task switching en gaat gepaard met cognitieve kosten.
Onderzoek van onder meer psycholoog David Meyer toont dat taakwisselingen kunnen leiden tot productiviteitsverlies tot wel 40%. Bovendien neemt de kans op fouten toe en wordt informatie minder goed opgeslagen in het geheugen. Zelfs eenvoudige afleidingen – zoals een inkomend bericht op je telefoon – kunnen deze negatieve effecten triggeren. Je brein verliest kostbare focus, en het duurt vaak minuten voordat je weer volledig geconcentreerd bent.
Een bekend experiment aan Stanford University toonde zelfs dat mensen die zichzelf als “goede multitaskers” beschouwen, juist slechter scoorden op concentratie, geheugen en mentale flexibiliteit dan mensen die zich focussen op één taak tegelijk. Multitasken geeft dus vaak een vals gevoel van productiviteit.
Praktische tip: Probeer de single-tasking mindset aan te nemen. Werk in blokken van gefocuste tijd, zonder afleiding van e-mails of notificaties. De Pomodoro-techniek (25 minuten werken, 5 minuten pauze) is hierbij effectief. Je brein werkt beter, sneller én met minder fouten wanneer je het de ruimte geeft zich op één taak tegelijk te richten.