Je hersenen nemen de wereld niet simpelweg waar zoals een camera dat zou doen. In plaats daarvan vullen ze voortdurend ontbrekende informatie aan. Dit proces heet perceptuele aanvulling en is essentieel om de wereld begrijpelijk en overzichtelijk te maken.
Een bekend voorbeeld is de blinde vlek in ons gezichtsveld. Op de plek waar de oogzenuw het netvlies verlaat, kan geen beeld worden waargenomen. Toch merk je daar niets van, omdat je brein die lege ruimte automatisch invult met omliggende details. Hetzelfde zie je bij optische illusies, zoals de Kanizsa-driehoek: je ervaart een vorm die er feitelijk niet is, maar je brein construeert hem toch.
Ook bij taal werkt dit principe. Als je in een druk café een gesprek voert en door het rumoer een paar woorden mist, kan je vaak alsnog de hele zin begrijpen. Onderzoek met hersenscans laat zien dat de prefrontale cortex hierbij een actieve rol speelt: dit gebied voorspelt wat er logisch volgt en vult zo de hiaten in je waarneming op.
Dit mechanisme maakt ons razendsnel en efficiënt in het verwerken van informatie. We hoeven niet elk detail afzonderlijk te registreren om toch een coherent beeld te hebben van onze omgeving. Maar het heeft ook een keerzijde: we kunnen erdoor dingen verkeerd interpreteren of aannemen dat we iets “zeker weten”, terwijl ons brein de rest heeft ingevuld.
Praktische tip: Wees je ervan bewust dat jouw waarneming nooit een exacte kopie van de werkelijkheid is. Door vaker door te vragen of nog eens goed te kijken, verklein je de kans dat je aannames maakt op basis van ingevulde gaten. Dat zorgt voor heldere communicatie én scherpere keuzes.
