Het puberbrein denkt anders – letterlijk

Tieners. Soms lijken ze in een compleet andere wereld te leven. Impulsief, emotioneel, roekeloos… en dan die eindeloze discussies. Maar dat gedrag is geen kwestie van onwil – het puberbrein werkt écht anders. Neurowetenschappelijk onderzoek toont aan dat de hersenen van jongeren volop in ontwikkeling zijn, met name in de prefrontale cortex: het hersengebied dat betrokken is bij plannen, afwegen, impulsen, remmen en het inschatten van risico’s.

Tijdens de puberteit worden er volop verbindingen tussen hersengebieden geoptimaliseerd, een proces dat ‘synaptisch snoeien’ heet. Minder gebruikte verbindingen worden verwijderd en efficiëntere netwerken blijven over. Tegelijkertijd groeit de invloed van het limbisch systeem, dat betrokken is bij emoties en beloning. Het resultaat? Jongeren voelen emoties sterker en reageren sneller op prikkels die plezier of status beloven – vaak zonder de gevolgen op lange termijn volledig te overzien.

Een bekend onderzoek van Steinberg et al. (2008) laat zien dat jongeren risicovoller gedrag vertonen vooral in aanwezigheid van leeftijdsgenoten. In een simulatiespel waarbij deelnemers een virtuele auto bestuurden, bleken pubers meer risico’s te nemen als hun vrienden toekeken. Hun beloningscentrum (nucleus accumbens) lichtte daarbij letterlijk op in de hersenscanner – een biologisch bewijs voor de gevoeligheid voor sociale goedkeuring.

Dit betekent niet dat pubers onberekenbaar zijn. Integendeel: hun hersenen zijn bezig zich voor te bereiden op volwassen onafhankelijkheid. Ze zijn juist bijzonder gevoelig voor ervaringen, beïnvloeding en leermomenten. Hoe we met hen omgaan, maakt dus echt een verschil.

Tip: Geef pubers ruimte om zelfstandig te denken, maar blijf nabij en stel grenzen. Gebruik dialoog in plaats van strijd – hun brein leert actief van interactie. En bovenal: onthoud dat hun ‘anders denken’ geen fout is, maar een fase vol potentieel.