Ons brein is van nature gefocust op fouten. Dit komt voort uit een evolutionair mechanisme: gevaar en bedreigingen moeten sneller en beter worden opgemerkt om te overleven. Fouten fungeren daarbij als belangrijke leerprikkels. Succes geeft een goed gevoel, maar fouten activeren meer hersengebieden die betrokken zijn bij aandacht, geheugen en gedragsaanpassing.
Neuropsychologisch onderzoek laat zien dat negatieve gebeurtenissen sterker worden opgeslagen in het langetermijngeheugen dan positieve. Dit heet de negativity bias. Hersengebieden zoals de amygdala (betrokken bij emotieverwerking) en de hippocampus (belangrijk voor geheugen) werken intensiever samen bij het verwerken van fouten of tegenslagen. Hierdoor blijven ze langer hangen.
Een concreet voorbeeld: in een experiment met studenten die feedback kregen op toetsvragen, bleek dat zij zich de fouten én de juiste antwoorden daarop veel beter herinnerden dan de vragen die ze in één keer goed hadden beantwoord. Hersenscans toonden verhoogde activiteit in de anterior cingulate cortex (ACC), een gebied dat betrokken is bij conflictdetectie en leerprocessen. De hersenen “leren” dus sneller van wat misgaat, omdat dit informatie bevat die gedrag in de toekomst kan verbeteren.
Hoewel dit leermechanisme krachtig is, kan het ook tegen ons werken. Mensen met faalangst of perfectionisme focussen zich vaak té sterk op wat er fout ging, wat hun zelfvertrouwen aantast en het leerproces belemmert.
Praktische tip: Herken dat fouten maken essentieel is voor groei. Benoem niet alleen wat misging, maar ook wat je ervan hebt geleerd. Door fouten te normaliseren en ze te koppelen aan persoonlijke ontwikkeling, vergroot je veerkracht én leervermogen.