Waarnemen lijkt een passieve handeling: je kijkt, luistert of ervaart, en dat is alles. Maar zodra je dieper nadenkt, blijkt observatie allesbehalve neutraal te zijn. Al in de kwantumfysica wordt beschreven dat het waarnemen van een deeltje de uitkomst beïnvloedt. Het beroemde dubbel-spleet-experiment laat zien dat de aanwezigheid van een observator bepaalt of licht zich gedraagt als een golf of als een deeltje. Met andere woorden: de waarnemer is onlosmakelijk verbonden met wat er wordt waargenomen.
Ook in het dagelijks leven is het effect van observatie merkbaar. Wanneer iemand weet dat hij bekeken wordt, verandert zijn gedrag. Zelfs onbewust passen we ons aan zodra we ons bekeken voelen. Denk aan de subtiele spanning die je voelt onder de blik van een ander, of de manier waarop dieren anders reageren wanneer een mens hun habitat betreedt. Onze aanwezigheid, hoe stil en onzichtbaar we ook proberen te zijn, laat sporen na.
Filosofisch roept dit de vraag op of er ooit een volledig objectieve waarneming mogelijk is. Kan er “puur kijken” bestaan zonder dat de blik zelf iets verandert aan datgene waarop hij rust? Sommigen zouden zeggen dat waarnemen altijd een interpretatie met zich meebrengt: je filtert, kleurt en geeft betekenis vanuit je eigen perspectief. Anderen geloven dat er momenten van pure ervaring mogelijk zijn – bijvoorbeeld in diepe meditatie – waarin je de werkelijkheid waarneemt zonder deze te verstoren.
Misschien is de grens tussen observeren en beïnvloeden veel dunner dan we denken. Misschien is waarnemen zelf al een daad, een interactie met de werkelijkheid. Het zou kunnen dat we nooit losstaan van wat we zien, maar er altijd onderdeel van zijn.
Wat denk jij: kan er ooit een blik bestaan die niets raakt, een aanwezigheid die niets verandert?
