Kunnen we zonder verwachting leven?

Verwachtingen lijken onlosmakelijk verbonden met mens-zijn. We verwachten dat morgen de zon opkomt, dat geliefden ons begrijpen, dat ons werk zinvol is, dat groei of geluk ergens aan de horizon ligt. Maar wat gebeurt er als we die verwachtingen loslaten – of zelfs volledig uitschakelen? Kunnen we dan écht leven, of raken we juist verdwaald?

Deze vraag raakt een filosofische kern die al eeuwen wordt onderzocht. De Stoïcijnen benadrukten het belang van het loslaten van verwachtingen om innerlijke rust te vinden. In het boeddhisme wordt verlangen – en dus ook verwachting – gezien als de wortel van lijden. Tegelijkertijd drijft verwachting ons ook voort: we maken plannen, dromen van de toekomst, stellen doelen. Zonder verwachting lijkt er geen richting te zijn.

Maar stel je een bewustzijn voor dat volledig open is, zonder de lens van wat zou moeten zijn. Geen teleurstelling, geen hoop, geen angst voor het onbekende – alleen een directe ervaring van het huidige moment. Zou dat vrijheid zijn? Of juist leegte? Is het mogelijk om verwachtingen uit te schakelen zonder ons gevoel van identiteit, richting of betekenis te verliezen?

Sommigen zullen zeggen: verwachting is een vorm van controle, een projectie van het ego. Anderen betogen dat het juist een menselijke kracht is – de motor van vooruitgang, liefde en betrokkenheid.

Wat als het niet gaat om geen verwachting, maar om het loslaten van gehechtheid aan uitkomsten? Is dat het pad naar innerlijke vrijheid?

Deze vraag nodigt uit tot reflectie op onze dagelijkse beleving van tijd, relaties en zelfbeeld. Hoeveel van ons lijden komt voort uit teleurstellingen? Hoeveel vreugde uit het onverwachte? En wat zou er gebeuren als we niets meer verwachten, maar alles ontvangen?

Wat denk jij? Kun jij leven zonder verwachting, en zou dat bevrijdend zijn – of juist ontwrichtend?