Kunnen we betekenis geven aan iets wat niet bestaat?

Bestaat iets zodra we er betekenis aan toekennen, of moet iets eerst bestaan voordat het betekenis kan krijgen? Deze vraag raakt de kern van hoe we realiteit, bewustzijn en verbeelding begrijpen. Denk aan mythische wezens, denkbeeldige vrienden, fictieve werelden of zelfs abstracte concepten zoals ‘de perfecte samenleving’ of ‘niets’. Ze bestaan niet in fysieke zin – en toch beïnvloeden ze onze keuzes, emoties en overtuigingen diepgaand. Hoe kan iets dat niet bestaat zó veel effect hebben?

Filosofen als Plato en Kant hebben zich eeuwenlang gebogen over deze paradox. Plato stelde dat ideeën – de zogenaamde ‘vormen’ – zelfs fundamenteler zijn dan hun concrete manifestaties. Een cirkel op papier is een afgeleide van de perfecte, onzichtbare ‘vorm’ van de cirkel. Voor hem hadden zulke abstracties een eigen bestaansvorm. Kant daarentegen benadrukte dat de werkelijkheid zoals wij die ervaren mede gevormd wordt door onze geest – misschien bestaat ‘betekenis’ dus eerder in ons hoofd dan in de wereld zelf.

Vanuit psychologisch perspectief kunnen we betekenis geven aan symbolen, verhalen en zelfs hallucinaties. Denk aan religie, kunst, taal of dromen. Veel van wat we zinvol vinden, berust niet op tastbare feiten, maar op gedeelde interpretaties. Iets hoeft dus niet objectief te bestaan om subjectief betekenisvol te zijn.

Toch blijft er een spannende spanning bestaan: is betekenis zonder bestaan slechts illusie? Of creëert het menselijk bewustzijn juist een eigen laag van realiteit waarin het onbestaande gewicht krijgt?

Misschien is deze vraag wel de poort naar een diepere reflectie op onze verbeeldingskracht en de aard van betekenis zelf. Want als we betekenis kunnen geven aan wat niet bestaat – wat zegt dat dan over onze verhouding tot wat wel bestaat?

Wat denk jij: ontstaat betekenis pas uit het bestaande, of scheppen wij de realiteit door haar betekenis te geven?