De kans op een meerlingzwangerschap is tegenwoordig groter dan ooit. Dat komt door zowel natuurlijke als medische invloeden. Een van de meest voorkomende vormen van een tweeling is de twee-eiige of fraternal tweeling. Maar hoe ontstaan deze precies? Wat zijn de risico’s en wat gebeurt er in het lichaam van de vrouw? In dit artikel duiken we in de fascinerende wereld van hyperovulatie, dubbele bevruchting en de ontwikkeling van een twee-eiige tweeling.
Wat is hyperovulatie?
Normaal gesproken komt er tijdens een menstruatiecyclus één eicel vrij. Soms echter, onder invloed van hormonale schommelingen, rijpen en worden er twee eicellen vrijgegeven. Dit fenomeen heet hyperovulatie. Beide eicellen kunnen dan bevrucht worden, wat resulteert in een twee-eiige tweeling.
Leeftijd en hormonen spelen een rol
Tussen de leeftijd van 35 en 40 jaar neemt de kans op hyperovulatie toe. Vrouwen hebben dan minder eicellen in de eierstokken. Om de overgebleven follikels toch te stimuleren, verhoogt het lichaam de productie van het follikelstimulerend hormoon (FSH). Door deze verhoogde stimulatie kunnen meerdere follikels tegelijk rijpen en dus ook meerdere eicellen vrijkomen.
Erfelijkheid en etniciteit
Erfelijkheid speelt ook een rol. Vrouwen die een familiegeschiedenis hebben van twee-eiige tweelingen, hebben zelf meer kans om meerdere eicellen per cyclus vrij te geven. Daarnaast komt het fenomeen vaker voor bij bepaalde etnische groepen: vrouwen van Nigeriaanse afkomst hebben het hoogste percentage twee-eiige tweelingen, terwijl dit bij Japanse vrouwen juist het laagst is.
IVF en vruchtbaarheidstechnieken
Medische technieken zoals in-vitrofertilisatie (IVF) verhogen eveneens de kans op een tweeling. Bij IVF worden er vaak meerdere embryo’s teruggeplaatst in de baarmoeder om de kans op innesteling te vergroten. Dit verhoogt logischerwijs ook de kans op een meerlingzwangerschap.
Hoe worden twee-eiige tweelingen bevrucht?
Wanneer twee eicellen rond dezelfde tijd vrijkomen, kunnen beide worden bevrucht als er spermacellen aanwezig zijn. Elke eicel wordt dan bevrucht door een andere spermacel. Het resultaat: twee unieke embryo’s met ieder hun eigen genetisch profiel.
Van bevruchting tot implantatie
Na de bevruchting vormt zich uit elke eicel en spermacel een zygote (één cellige embryo). Deze zygoten ondergaan snelle celdelingen terwijl ze via de eileiders naar de baarmoeder reizen. Daar aangekomen, ontwikkelen ze zich tot blastocyst die zich in het baarmoederslijmvlies nestelen.
Beide embryo’s ontwikkelen zich afzonderlijk: ieder krijgt een eigen placenta en een eigen vruchtzak gevuld met vruchtwater. Dit type zwangerschap wordt dichorionic-diamniotisch (Di-Di) genoemd, en is het veiligste type tweelingzwangerschap.
Verschillen tussen twee-eiige en eeneiige tweelingen
Een belangrijk onderscheid is dat twee-eiige tweelingen ontstaan uit twee aparte bevruchtingen, terwijl eeneiige tweelingen ontstaan uit één bevruchte eicel die zich splitst. Die splitsing is volledig willekeurig en wordt niet beïnvloed door erfelijkheid of leeftijd. Ongeveer 70% van alle tweelingen zijn twee-eiig; de overige 30% is eeneiig.
Twee-eiige tweelingen kunnen er verschillend uitzien, van verschillend geslacht zijn, en hebben unieke genetische eigenschappen. Ze delen gemiddeld de helft van hun DNA, net als gewone broers en zussen.
Zwangerschapsduur en risico’s bij tweelingen
Een eenlingzwangerschap duurt gemiddeld 40 weken. Bij een tweeling is dit meestal korter. Slechts de helft van de vrouwen met een tweelingzwangerschap haalt de 37 weken.
Langer doorgaan dan 37 weken brengt risico’s met zich mee, zoals een verhoogde kans op doodgeboorte, neonatale sterfte en complicaties. Daarom wordt vaak gekozen voor een geplande bevalling rond week 37, als dat medisch verantwoord is.
Kans op vroeggeboorte en laag geboortegewicht
Meerlingzwangerschappen hebben een verhoogd risico op vroeggeboorte. Bijna 70% van alle tweelingzwangerschappen eindigt vóór de 37e week. Tweelingen hebben vaak een lager geboortegewicht, meestal onder de 2,5 kilo, terwijl een gemiddeld geboortegewicht voor een eenling ongeveer 3,4 kilo bedraagt.
Groei en ontwikkeling na de geboorte
Ondanks deze uitdagingen ontwikkelen de meeste tweelingen zich net zo goed als eenlingen, mits er goede medische zorg en ondersteuning aanwezig is in de eerste maanden. Met de juiste voeding, medische begeleiding en ouderlijke zorg, halen tweelingen doorgaans hun achterstand in en bereiken ze belangrijke ontwikkelingsmijlpalen.